Een park met alleen maar apen, die vrij rondlopen tussen de bezoekers – dat kon niks worden, meenden velen eind jaren zestig. Apen die, volgestopt met snoep en patat, de bezoekers te lijf zouden gaan… Toch opende de eigenzinnige idealist Wim Mager in 1971 het ‘apensanctuarium’ Apenheul, om bedreigde apensoorten in stand te houden en de Nederlanders te doordringen van het belang van natuur- en soortbehoud.
Vijftig jaar later hebben generaties bezoekers in Apenheul van dichtbij – soms springt er zelfs een op je schouder! – kennisgemaakt met die mede-aardbewoners die zo dicht bij ons staan. Ze hebben gezien hoe apen leven als ze hun eigen gang kunnen gaan en zijn vol nieuwe kennis en ervaringen naar huis teruggekeerd.
Tijd voor een terugblik in boekvorm op die vijftig jaar. Met de bewogen geschiedenis in kort bestek en boeiende verhalen van mensen die nauw betrokken zijn en waren bij het wel en wee van Apenheul. En vooral met heel veel prachtige foto’s, die een indruk geven van de sfeer en de activiteiten voor en achter de schermen, zowel in de drukke zomermaanden als in het stille winterseizoen.
Tijd ook voor een blik op het heden en de toekomst, waarin de aloude kernwaarden van Apenheul – soortbehoud, natuurbehoud en natuureducatie – een hedendaagse invulling krijgen. Ze zijn immers actueler dan ooit.